Lerarentekort primair onderwijs Den Haag (peildatum 1 oktober 2023)

In oktober 2023 vond de jaarlijkse landelijke vacaturemeting in het onderwijs plaats, uitgevoerd door Centerdata. De landelijke uitkomsten van dit onderzoek zijn gepresenteerd in het rapport ‘Personeelstekorten primair onderwijs (peildatum 1 oktober 2023). De Haagse situatie is uiteengezet in de commissiebrief ‘Stand van zaken lerarentekort 2023’ die op 12 december is aangeboden aan de Haagse gemeenteraad. Hieronder volgt een samenvatting van de stand van zaken van het lerarentekort in Den Haag met peildatum 1 oktober 2023.

Tekorten primair onderwijs
Het lerarentekort is het verschil tussen het aantal leraren dat momenteel werkzaam is in het onderwijs (in fte) en het aantal leraren dat op basis van leerlingenaantal (leerling-leraar ratio) volgens het huidige systeem nodig is (de werkgelegenheid). In oktober 2023 bedroeg het lerarentekort in Den Haag voor het regulier basisonderwijs 21,8% van de werkgelegenheid, oftewel 689 fte (figuur 1). Dat betekent een stijging van 4,5% ten opzichte van het tekort in oktober 2022 (17,3% of 547 fte). De tekorten in het speciaal basisonderwijs zijn gedaald, van 25,9% (50 fte) in 2022 naar 15% (25 fte) in 2023. Ook in het (voortgezet) speciaal onderwijs is sprake van een procentuele daling van 18,5% in 2022 naar 14,6% in 2023. Door de toegenomen werkgelegenheid in het (v)so is er echter wel sprake van een toename in het absolute tekort, van 48 fte in 2022 naar 64 fte in 2023.

figuur 1. Lerarentekorten in het Haagse primair onderwijs (regulier, speciaal en voortgezet speciaal)
figuur 3. Openstaande en verborgen lerarentekorten regulier basisonderwijs Den Haag


Invulling lerarentekort basisonderwijs

Het totale lerarentekort kan worden onderverdeeld in openstaande en verborgen vacatures/tekorten. Er is sprake van een verborgen vacature of verborgen tekort wanneer scholen in plaats van een bevoegde leraar een onbevoegde of (tijdelijk) benoembare leraar inzetten, of wanneer groepen uit nood worden samengevoegd. Wanneer we alleen kijken naar het totaal aantal openstaande vacatures, ontstaat een vertekend beeld. In oktober 2023 betrof namelijk slechts 15% van het tekort in Den Haag een open vacature, in totaal 106 fte. Maar liefst 85% van het tekort, ofwel 583 fte, betrof een verborgen vacature (zie figuur 3). Van de verborgen tekorten in het basisonderwijs wordt 78% intern opgevuld.

figuur 4. Schoolleiderstekorten in primair onderwijs (regulier, speciaal en voortgezet speciaal)


Tekort aan schoolleiders

Op 1 oktober 2023 bedroeg het tekort aan schoolleiders in het reguliere basisonderwijs 12,6%, ofwel 31 fte (zie figuur 4). Dat betekent een daling ten opzichte van vorig jaar, toen het tekort 15,2% of 37 fte was. In het speciaal onderwijs kon 1 openstaande vacature voor een schoolleider niet worden ingevuld (7%) tegenover 6 open en verborgen vacatures (32,3%) vorig jaar. Het tekort aan schoolleiders in het (voortgezet) speciaal onderwijs is met 22,8% procentueel veel hoger dan in het basisonderwijs maar in absolute zin door het kleinere aantal vestigingen veel lager (9 fte). Ruim twee derde van het schoolleiderstekort in het basisonderwijs is verborgen (68%). Het grootste deel daarvan wordt opgevuld met intern personeel (figuur 5).

figuur 5. Openstaande en verborgen schoolleiderstekorten regulier basisonderwijs Den Haag


Tekort naar stadsdeel
De personeelstekorten zijn niet evenredig verspreid over de stadsdelen (zie figuur 6). Net als vorig jaar is het totale lerarentekort – op basis van de tekortcijfers in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs – procentueel gezien het hoogst in stadsdeel Laak met 32,2%. Dat betekent een stijging ten opzichte van vorig jaar, toen het tekort in dit stadsdeel nog 25,9% betrof. In absolute zin zijn de tekorten in Laak gestegen van 54 naar 75 fte. De stadsdelen Scheveningen en Loosduinen hadden op 1 oktober 2023 zowel absoluut als relatief de laagste tekorten, respectievelijk 12,8% (37 fte) en 14,6% (31 fte). Haagse Hout en Leidschenveen-Ypenburg zijn de enige stadsdelen waar het tekort zowel procentueel als absoluut iets is gedaald ten opzichte van vorig jaar. In de overige wijken zijn de tekorten toegenomen. De sterkste stijging van de tekorten is zichtbaar in stadsdeel Centrum. De tekorten waren daar vorig jaar nog 16,6% of 137 fte en zijn inmiddels opgelopen tot 25,4% of 199 fte (zie figuur 7).

figuur 6. Spreiding lerarentekorten primair onderwijs per stadsdeel
figuur 7. Verandering lerarentekorten primair onderwijs per stadsdeel

Het tekort aan leraren en schoolleiders is niet op dezelfde manier verspreid over de stadsdelen (zie figuur 8). Stadsdeel Laak behoort met een tekort van 3,5%, ofwel 1 fte, tot de twee wijken met het laagste schoolleiderstekort. Vorig jaar betrof het schoolleiderstekort hier nog 25,9% (5 fte). Het schoolleiderstekort is in 2023 het hoogst in stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg met 29,9%, ofwel 8 fte. Dat is significant hoger dan de tekorten in de overige stadsdelen. Het tekort aan schoolleiders is het laagst in stadsdeel Loosduinen (2,6%).

figuur 8. Tekorten aan leraren en schoolleiders in po naar stadsdeel
Scroll naar boven